De Verboden Poort
(Script: © Arne Overbeek )
Een grappig, maar leerzaam toneel stuk voor de basisschool (vanaf groep 4), waarin op eigentijdse wijze een christelijk thema wordt uitgewerkt.
Decor: Het decor stelt wisselend twee locaties voor. A: Het laboratorium van Dirk, en B: De virtuele wereld die Dirk geschapen heeft in de computer. In het midden een soort teletijdmachine, zoals we die kennen uit de Suske en Wiske. Het bestaat uit twee delen. Een soort van open kast waar iemand in kan staan, met een grote hendel of (rode) knop. Daarnaast een groot (computer) scherm, dat gekoppeld is aan een toetsenbord (en evt.. nog legio aan belangrijk uitziende knopjes en lampjes). Het geheel staat op wieltjes en kan verplaatst en gedraaid worden. De “kast” is aan twee kanten open (zodat je er door heen kunt stappen). Het scherm toont aan de ene kant een mooie wereld (blauwe lucht, groen gras, boompje, huisje?), via de andere kant is het alsof je naar het laboratorium van Dirk kijkt.
Dirk: Een bijna wit grijze oudere geleerde man. Draagt een veiligheidsbril, die hij regelmatig op en af zet, en een lange witte jas. (Let op: NIET het chaotische, vergeetachtige type!)
Aad: Jongeman met jeugdige uitstraling. Nieuwsgierig en onderzoekend, maar ook een tikkeltje angstig. Soms iets te serieus.
Eef: Jonge vrouw / meisje. Beetje hyper, erg onderzoekend en heel nieuwsgierig. Voor niets en niemand bang. Zoekt graag het gevaar een beetje op
Scene 0 (Computer wereld)
Aad: (zit in kleermakerszit op de grond. Hij kijkt bijzonder geïnteresseerd naar iets op de grond voor zijn voeten)
Eef: (komt op gelopen met een groot vierkant blok) Denk jij wat ik denk?
Aad: Inderdaad… Pissebed!
Eef: (stopt abrupt in haar beweging) Uh? Wat?
Aad: (Nadrukkelijk) Pissebed.
Eef: Pissebed?
Aad: Ja, (houdt zijn hand op, met blije glimlach) Een prima naam voor dit micro schepseltje hier.
Eef: (zucht) Nee dus. Jij denkt duidelijk niet wat ik denk. Zeg, kun je dat ding (wuift met haar hand) weer onder die steen leggen waar hij vandaan kwam? Je zou me komen helpen weet je nog? (Legt blok op de grond, en loopt weer af)
Aad: Ja, ja. Ik kom. (laat beestje over zijn hand lopen, zet hem dan op de grond bij een steen.) Weet jij eigenlijk al wat we er mee moeten doen? (loopt naar zijkant af, passeert Eef die weer op komt)
Eef: (op met nog een groot blok) Dat wilde ik daarnet dus aan jou vragen. (Aad af, Eef verzameld andere blokken die er al liggen.)
Aad: (Achter coulissen) Oh ja? (...) Ik zou het niet weten. (Komt op met twee blokken tegelijk) Ik denk dat Mijnheer Dirk wil dat we daar zelf achter komen. Net als bij al die andere dingen hier. (legt de blokken bij de andere)
Eef: (Begint de blokken te stapelen als een toren) Pffff, er is nog zoveel te ontdekken. Een soort van handleiding zou soms wel handig zijn. Zoals bij dat spuug beest gisteren.
Aad: (denkt even na) ...Lima, Lami… LAMA! Mooi exemplaar was dat. Daar heeft ‘ie echt zijn best op gedaan.
Eef: Ja die. Nou, ik schrok me anders wild. Ik wilde hem alleen maar aaien en wat verse bloemen te eten geven.
Aad: (Lacht hard) Geweldig, midden in de roos. Wat een mop was dat.
Eef: (Gruwelt) Smerig zul je bedoelen. Mijnheer Dirk had best even mogen waarschuwen, dat die beesten zo maar gaan spugen. Ik heb zeker wel tien keer mijn gezicht moeten wassen met water uit het meertje.
Aad: (Pakt ondertussen blokken van de toren, en bouwt een muurtje) Misschien moeten we iets bouwen om achter te schuilen.
Eef: Hele mooie bloemen stonden daar trouwens bij dat meertje, Heel grote gele, met lange groene stengels. Echt prachtig.(...) Waarvoor moeten we schuilen?
Aad: (Kijkt even veelbetekenend) Voor die LaLa bijvoorbeeld.
Eef: Doe niet zo gek. Weet je wel, dat dit de eerste keer was, dat een dier boos naar me keek? (begint blokken naast elkaar te leggen) Ik denk eigenlijk eerder aan iets als een tafel . Dan kunnen we daar ons eten opleggen. Kijk, hoeven we niet meer van de grond te eten.
Aad: (Bouwt zichzelf in.) Hmm… Niet echt praktisch. Misschien een huis? Best handig als het regent of sneeuwt.
Eef: (pakt blokken uit de muur, en begint weer te stapelen) Dat doet ‘t hier nooit. Nou oké, soms een regenbuitje, maar mijnheer Dirk zegt dat dat goed is voor de planten en dieren. Het is hier altijd heerlijk weer. Veel zon en lekker warm. Ik heb geen huis nodig hoor. Met een paar dikke takken en wat van die grote groene bladeren lukt het prima.
Aad: (Gaat behaaglijk liggen met een takje in zijn mond) yep. Een heerlijk paradijsje is het hier zeker. Tijd voor een dutje. Misschien moeten we straks gewoon aan mijnheer Dirk vragen, wat nu precies de bedoeling is van die dingen.
Eef: Misschien heeft hij dat al verteld, maar hebben we niet goed geluisterd.
Aad: Wanneer dan? Ik heb niets gehoord.
Eef: Ik ga in ieder geval kijken of ik nog wat mooie veldbloemen kan vinden, en misschien wat nieuwe vruchten en kruiden. (staat op, waardoor de toren wankelt en er een blok op de voet van Aad valt)
Aad: Pas op… Aaauuw! (begint in het rond te huppelen met voet in zijn hand) aai, aai aai.
Eef: (Kijkt heel verbaast naar Aad) Wat is er? Wat sta je nu raar te dansen? (Kijkt omhoog) Er komt echt geen regen hoor.
Aad: (is gaan zitten en masseert zijn voet) Ik weet het niet. Mijn voet voelt heel onprettig. Dat blok viel er op en toen.. (geeft klapje op zijn voet, dan nog een keer, iets harder. Geeft dan een harde klap) Aah!?
Eef: (Geschrokken) Wat?
Aad: Dat doet… Pijn?!
Maak jouw eigen website met JouwWeb